De verhalen van M’Afia II en Amma

 

Dit keer wil ik jullie graag twee verhalen uit de dagelijkse praktijk van PCC vertellen

over twee jonge mensen met een beperking, om jullie duidelijk te maken met welk soort vragen wij in PCC regelmatig geconfronteerd worden.

 

M’Afia II

Een paar jaar geleden kwamen op een avond de politie en mensen van Social Welfare naar PCC. Er was die dag een meisje in Nkoranza aangetroffen, volgens zeggen was zij uit een auto gezet waarna de auto verder was gereden, maar niemand wist precies hoe het zat.

Heel voorspelbaar was vervolgens de vraag van Social Welfare en de politie of wij dat meisje in PCC zouden wilden opnemen, maar dat vonden wij iets te snel gaan en iets te gemakkelijk.

Het meisje kon praten en noemde de naam van de stad waar zij vandaan zou komen, dus wij hebben de autoriteiten met klem verzocht om goed onderzoek te doen en te trachten de familie van dit meisje op te sporen.

Dat klinkt gemakkelijker gezegd dan gedaan, want de politie en Social Welfare zeiden eerst dat zij geen auto tot hun beschikking hadden, “of PCC daar niet bij kon helpen”, toen hadden zij geen benzine, “of PCC dat misschien wilde geven” en zo ging het nog even door. Er was bij deze autoriteiten in het geheel geen daadkracht zichtbaar om de familie op te sporen.

 

Ons beleid is dat wij het absoluut niet willen aanmoedigen dat familie hun kind met een beperking “zomaar” in Nkoranza dropt en dat het kind dan min of meer “vanzelfsprekend” in PCC kan worden opgenomen. Als het zo simpel zou gaan, zouden er waarschijnlijk steeds meer kinderen in Nkoranza gedropt worden.

 

Uiteindelijk hebben de pogingen van de autoriteiten tot opsporing helemaal niets opgeleverd. Een paar jaar lang ging M’Afia II naar de Shalom Special School, maar tijdens vakantieperiodes werd dan steeds een beroep op PCC gedaan om het meisje te accepteren. Zij viel tussen wal en schip.

 

Previous Image
Next Image

info heading

info content

 

Omdat ons duidelijk werd dat er nooit een andere oplossing zou worden gevonden hebben wij daarom besloten om M’Afia II alsnog als vaste bewoner van PCC te accepteren. Een moeilijke beslissing, maar het belang van M’Afia II stond daarbij voorop.

 

Amma

In januari van dit jaar kregen wij ook bezoek van politie en Social Welfare, er was opnieuw een meisje met een beperking in Nkoranza aangetroffen en zij had zelfs een volle tas met kleren bij zich.

Weer hebben wij veel druk op de autoriteiten uitgeoefend om echt op zoek te gaan naar de familie en zowaar, via een tip van een politieman werd een paar dagen later duidelijk uit welk dorp (in de regio Techiman) het meisje afkomstig was.

Nadat haar familie uiteindelijk door de politie was opgespoord verklaarden zij dat zij “echt niet wisten hoe Amma in Nkoranza terecht was gekomen, waarschijnlijk was zij zomaar in een auto gestapt….?”. Moeilijk te geloven, maar dat was hun verhaal.

 

Wij hebben de familie i.o.m. de autoriteiten gevraagd de zorg voor Amma weer op een goede manier op zich te nemen, waarna echter al snel de vraag kwam of Amma dan misschien wel naar de beschutte werkplaats zou mogen komen gedurende de niet-vakantieperiodes……

 

Ook in het geval van Amma hebben wij goed afgewogen wat in haar belang zou zijn en daarom uiteindelijk ingestemd met haar komst naar de beschutte werkplaats, vooralsnog voor een observatieperiode.

 

Wij begrijpen heel goed dat het voor de familie van kinderen met een beperking in Ghana niet eenvoudig is om jarenlang goede zorg te geven, zij ontvangen daarbij ook geen enkele steun van de overheid en staan er helemaal alleen voor.

Maar ook in Ghana vindt de overheid het onacceptabel dat ouders “zomaar” een kind ergens droppen en daar spreken wij de autoriteiten dan ook zeker op aan!