Where is the car? Where is the key?

Alhoewel PCC zich primair richt op het bieden van goede zorg en een veilige leefomgeving aan kinderen met een geestelijke handicap, is er inmiddels ook al een redelijk aantal bewoners, die je met de beste wil van de wereld geen “kind” meer kunt noemen, of het moet in de Bijbelse betekenis van het woord “kind” zijn (zie Matt. 18): “wij moeten allen worden als kinderen”.

De kinderen van de Community worden, net als alle kinderen en door de goede zorg hier, elk jaar ouder en groter, sommige van hen wonen hier al jarenlang en zo zien wij, naast veel jonge kinderen, langzamerhand ook al wat meer volwassen bewoners in PCC. En sommige van die bewoners zijn ook niet als kind, maar pas op latere leeftijd, als jong volwassenen, van elders naar PCC gekomen. Vandaag wil ik één van die volwassen bewoners van onze Community voor jullie centraal stellen. Iedere bezoeker aan PCC / Hand in Hand kent hem vast en zeker en die kent ongetwijfeld ook zijn speciale voorkeur voor auto’s. Dan kan het al niet meer missen, ik schrijf vandaag over Dela, ongeveer 40 – 45 jaar oud, die pas 7 jaar geleden hier gekomen is uit het psychiatrische ziekenhuis van Accra.
 
Bob Maram vertelde mij onlangs dat hij echt geweldig kan genieten als nieuwe bezoekers met de auto het terrein van PCC oprijden en dan bijna voorspelbaar Dela als één van de eerste personen tegenkomen. Dela begroet hen namelijk meestal al bij de poort, met de boodschap dat zij “a very nice car” hebben. Het duurt dan ongeveer een halve minuut (soms zelfs langer), voordat de mensen in de gaten hebben dat Dela niet de directeur van PCC is o.i.d. (en misschien is hij dat ook wel, maar heeft men dat nog nooit aan mij verteld……!?), maar één van de bewoners. Hij is altijd vriendelijk en belangstellend en heeft daarnaast een geheel eigen taalgebruik. Dela is echt befaamd om zijn typische taalgebruik, het zijn meestal korte, duidelijke zinnetjes en Dela heeft ook een geheel eigen ritme. Eelke, één van de Nederlandse vrijwilligers, die op dit moment meehelpt in de zorg bij PCC, vatte dat als volgt in haar weblog samen: “I’ma go for your house”; “Oh accident, oh solly”; “Oh, don’t cly”; “Where is Jesus? He is there for my heart”! “I’ma pray for you: Oh holy father, please help us in the name of JESUS, Amen!” “What izzities, this one?” of, als hij boos is: “Don’t mind him! ”en tenslotte: “Lettemisee”. Het schijnt dat Eelke ook al heeft besloten later dit jaar Dela mee naar huis te nemen, daar gaan we natuurlijk tijdig een stokje voor steken!
 
Tenminste 10 tot 20 keer per dag komt Dela op mij af en vraagt dan: “Where is the car” (ook al staan we maar 10 meter bij de auto vandaan!) of hij vraagt, met een variant daarop: “Where is the key”? Want Dela vindt het nog veel leuker om in een auto te zitten en te rijden en hij weet dat je daar een sleutel voor nodig hebt. Je doet Dela dan ook echt een heel groot plezier door hem uit te nodigen even in te stappen. Hij lacht dan gegarandeerd van oor tot oor en begint daarna onmiddellijk de ramen te bedienen en vertelt je nogmaals dat dit echt “a nice car, a very nice car” is. Dela werkt ook mee in de beschutte werkplaats, daar verdient hij ook een paar Cedi per maand mee! Dat geld gaat allemaal in een spaarpot, want hij spaart voor…… zijn eigen auto, natuurlijk, wat anders? Paul Agyapong, de workshopcoördinator, noteert maandelijks het spaartegoed en daarnaast ook het spaardoel van de spaarder en bij Dela is de tekst elke maand hetzelfde: “He is saving for his car and he wants to drive the car himself!”
 
Bij de autoshowroom heb ik deze week alvast een aantal mooie folders opgehaald, met héél véél mooie autoplaatjes. Echter, Dela heeft pas 100 Cedi gespaard (=50 Euro), daarom zal hij nog wel eventjes moeten doorsparen……. Dus voorlopig zal Dela, als je hem tegenkomt, nog wel roepen: “Where is the car, where is the key?? ”