Een mooie, spannende en moeilijke missie
Accra, zaterdagmorgen 28 januari. Het is hier lekker warm, zo’n 30 -35 graden en al behoorlijk drukkend, later die dag gaat het ook regenen en dat is best bijzonder eind januari.
Over een halve dag vertrekken wij naar Nederland, maar voorafgaand daaraan gaan Jeannette en ik samen nog naar het Osu Children’s Home (OCH) toe. Wij gaan kijken of hier nog kinderen zijn die in aanmerking komen voor een transfer naar Hand in Hand. Eigenlijk weten we al wel dàt ze er zijn, dat hebben we telefonisch van tevoren allemaal al uitgezocht, dus de belangrijke vraag voor ons vandaag is: welke kinderen uit OCH komen het meest voor een overgang naar PCC in aanmerking?
OCH is het grootste overheidskindertehuis van Accra, hier komen alle kinderen terecht die, om welke reden dan ook, geen zorg van ouders of familie meer krijgen. Zij worden hier als vondeling of als straatkind door de politie of Social Welfare naar toe gebracht. Er verblijven momenteel ongeveer 145 kinderen en van die 145 blijken er maar liefst 22(!!) een verstandelijke en soms ook een lichamelijke beperking te hebben.
Het bezoek is op diverse manieren spannend. Spannend, omdat wij beseffen dat de beslissingen, die wij gaan nemen, grote gevolgen zullen hebben voor de betrokken kinderen. Want OCH is bepaald niet goed ingesteld op de zorg voor en ontwikkeling van kinderen met een beperking en dus maakt het voor de 22 kinderen erg veel uit of zij hier achter (moeten) blijven dan wel of zij binnenkort naar Hand in Hand mogen komen. Zoals iemand uit België het een keer verwoordde, toen hij de kinderen van PCC de hele dag zag genieten van hun leven in de Community: “Deze kinderen hebben wel allemaal de lotto gewonnen”! Op het moment dat iemand zoiets opmerkt, besef je maar al te goed dat veel kinderen met een beperking in Ghana helemaal nooit “de lotto zullen winnen”, integendeel. En we weten eveneens dat het voor PCC volkomen onmogelijk is om alle kinderen met een beperking uit heel Ghana in de Community op te nemen, dus er zal hoe dan ook gekozen moeten worden. Geconfronteerd met al die mooie gezichten en de moeizame achtergrond van vrijwel alle kinderen is dat geen fijn gevoel, want je gunt ieder kind het allerbeste, zeker deze kwetsbare kinderen.
Spannend is het bezoek ook, omdat wij het liefst kinderen kiezen, die het meest kunnen profiteren van een overgang naar PCC. De vraag is natuurlijk: welke kinderen zijn dat dan en hoe kun je dat in een paar uur tijd goed beoordelen??
Een heel andere, ook belangrijke vraag is of de kinderen, die wij vandaag kiezen, wel goed zullen passen binnen de kring van de al in PCC wonende kinderen. Wij letten daarbij o.a. op de gevoelsmatig juiste verhouding jong – oud, jongen – meisje, kijken naar de diverse handicaps en denken na over de vraag of onze caregivers wel goed met (de specifieke beperkingen van) een bepaald kind om zullen kunnen gaan etc.
Het is best ingewikkeld om de informatie te filteren, die wij van de leiding en de verzorgers van OCH tijdens onze ontmoetingen met alle 22 kinderen ontvangen. Sommige kinderen zitten hier al vrij lang en het is duidelijk dat men heel erg graag enkele van hen aan ons zou willen overdragen, soms omdat men het beste met een kind voor heeft, maar wellicht soms ook, omdat men graag van een heel moeilijk kind af wil. Dat laatste mag natuurlijk best, maar dan moeten wij wel het gevoel hebben dat zo’n kind in PCC veel beter zal (leren te) functioneren.
Samen met 2 assistenten, waaronder een expert op het gebied van het syndroom van Down, lopen we langs alle 22 kinderen. We worden met blijde of juist met enigszins angstige ogen bekeken, sommige kinderen steken een hand naar ons uit, andere willen dat niet of kunnen dat niet door hun beperking.
We maken zoveel mogelijk aantekeningen over elk kind en voelen dat de spanning ook voor ons steeds groter wordt, want we kunnen er “slechts” maximaal 5 opnemen, meer ruimte is er momenteel (nog) niet in PCC en het opnamevermogen van PCC heeft zijn beperkingen.
Liefst willen we kleinere kinderen en graag iets meer meisjes, zo hadden we vooraf bedacht, omdat we al veel jongens in PCC hebben (er zijn maar liefst 2 x zoveel jongens!) en omdat we kinderen met een beperking liefst al vanaf heel jonge leeftijd willen stimuleren bij hun ontwikkeling.
Onder een boom zoeken we na een poosje de schaduw en de rust op, om alles eens goed op een rijtje te zetten en tot keuzes te komen. De spanning stijgt nog verder, het grote belang van onze beslissingen voelen wij bijna fysiek in de Accra hitte, maar gekozen moet en zal er worden.
Het is een mooie missie, enkele kinderen de kans bieden om naar PCC te komen, maar wij vinden het kiezen tegelijkertijd ook heel moeilijk.
Hoe dit spannende proces is afgelopen, leest u over 10 dagen in de volgende Alberts Corner! Tot dan!!
OCH is het grootste overheidskindertehuis van Accra, hier komen alle kinderen terecht die, om welke reden dan ook, geen zorg van ouders of familie meer krijgen. Zij worden hier als vondeling of als straatkind door de politie of Social Welfare naar toe gebracht. Er verblijven momenteel ongeveer 145 kinderen en van die 145 blijken er maar liefst 22(!!) een verstandelijke en soms ook een lichamelijke beperking te hebben.
Het bezoek is op diverse manieren spannend. Spannend, omdat wij beseffen dat de beslissingen, die wij gaan nemen, grote gevolgen zullen hebben voor de betrokken kinderen. Want OCH is bepaald niet goed ingesteld op de zorg voor en ontwikkeling van kinderen met een beperking en dus maakt het voor de 22 kinderen erg veel uit of zij hier achter (moeten) blijven dan wel of zij binnenkort naar Hand in Hand mogen komen. Zoals iemand uit België het een keer verwoordde, toen hij de kinderen van PCC de hele dag zag genieten van hun leven in de Community: “Deze kinderen hebben wel allemaal de lotto gewonnen”! Op het moment dat iemand zoiets opmerkt, besef je maar al te goed dat veel kinderen met een beperking in Ghana helemaal nooit “de lotto zullen winnen”, integendeel. En we weten eveneens dat het voor PCC volkomen onmogelijk is om alle kinderen met een beperking uit heel Ghana in de Community op te nemen, dus er zal hoe dan ook gekozen moeten worden. Geconfronteerd met al die mooie gezichten en de moeizame achtergrond van vrijwel alle kinderen is dat geen fijn gevoel, want je gunt ieder kind het allerbeste, zeker deze kwetsbare kinderen.
Spannend is het bezoek ook, omdat wij het liefst kinderen kiezen, die het meest kunnen profiteren van een overgang naar PCC. De vraag is natuurlijk: welke kinderen zijn dat dan en hoe kun je dat in een paar uur tijd goed beoordelen??
Een heel andere, ook belangrijke vraag is of de kinderen, die wij vandaag kiezen, wel goed zullen passen binnen de kring van de al in PCC wonende kinderen. Wij letten daarbij o.a. op de gevoelsmatig juiste verhouding jong – oud, jongen – meisje, kijken naar de diverse handicaps en denken na over de vraag of onze caregivers wel goed met (de specifieke beperkingen van) een bepaald kind om zullen kunnen gaan etc.
Het is best ingewikkeld om de informatie te filteren, die wij van de leiding en de verzorgers van OCH tijdens onze ontmoetingen met alle 22 kinderen ontvangen. Sommige kinderen zitten hier al vrij lang en het is duidelijk dat men heel erg graag enkele van hen aan ons zou willen overdragen, soms omdat men het beste met een kind voor heeft, maar wellicht soms ook, omdat men graag van een heel moeilijk kind af wil. Dat laatste mag natuurlijk best, maar dan moeten wij wel het gevoel hebben dat zo’n kind in PCC veel beter zal (leren te) functioneren.
Samen met 2 assistenten, waaronder een expert op het gebied van het syndroom van Down, lopen we langs alle 22 kinderen. We worden met blijde of juist met enigszins angstige ogen bekeken, sommige kinderen steken een hand naar ons uit, andere willen dat niet of kunnen dat niet door hun beperking.
We maken zoveel mogelijk aantekeningen over elk kind en voelen dat de spanning ook voor ons steeds groter wordt, want we kunnen er “slechts” maximaal 5 opnemen, meer ruimte is er momenteel (nog) niet in PCC en het opnamevermogen van PCC heeft zijn beperkingen.
Liefst willen we kleinere kinderen en graag iets meer meisjes, zo hadden we vooraf bedacht, omdat we al veel jongens in PCC hebben (er zijn maar liefst 2 x zoveel jongens!) en omdat we kinderen met een beperking liefst al vanaf heel jonge leeftijd willen stimuleren bij hun ontwikkeling.
Onder een boom zoeken we na een poosje de schaduw en de rust op, om alles eens goed op een rijtje te zetten en tot keuzes te komen. De spanning stijgt nog verder, het grote belang van onze beslissingen voelen wij bijna fysiek in de Accra hitte, maar gekozen moet en zal er worden.
Het is een mooie missie, enkele kinderen de kans bieden om naar PCC te komen, maar wij vinden het kiezen tegelijkertijd ook heel moeilijk.
Hoe dit spannende proces is afgelopen, leest u over 10 dagen in de volgende Alberts Corner! Tot dan!!